Busing, M.
P.O.W. ID Java 1598
Werkgroep Thai IV
P.O.W. kamp nummer 12962
Tijdslijn
- Loopbaan
- Onder
scheidingen
Bronnen
Contact
Tijdslijn
Naar het Oosten
Giel Busing, geboren in Meerssen op 28 juli 1909 als nakomelingetje van het gezin. Vader Everardus heeft een eigen schildersbedrijf. Ook Giel is schilder net als zijn oudere broers. In de crisistijd is er bijna geen werk. Inschrijving bij de militaire dienst volgt. Het Oosten lonkt. Hij gaat naar Nijmegen voor zijn keuring, naar de Prins Hendrik kazerne. Destijds dé opleidingsschool voor soldaten en onderofficieren van het KNIL. Als 18-jarige jongen wordt hij toegelaten als cavalerist 2e klasse. Op 11 september 1928 vertrekt hij in Amsterdam op de M.S. Christiaan Huygens naar Batavia. Na ruim een maand varen, komt het schip aan in de haven van Batavia. In Bandoeng start de rekrutenopleiding.
Trouwen
Giel wordt bevorderd en tekent voor nog eens 6 jaar bij. Als 25-jarige man gaat hij voor het eerst met verlof terug naar Meerssen en Maastricht. In Nederland trouwt hij met Anna Maria Nijs. Zijn voormalig buurmeisje is coupeuse van beroep en inmiddels twintig jaar oud. Eind juli vertrekt het kersverse paar samen naar Nederlands-Indië. Zij vestigen zich in Salatiga.
Een jaar na aankomst wordt hun eerste dochter geboren in het militair hospitaal in Salatiga. Met cavalerist 1e klasse Hitz en Goossens als getuigen, tekent hij het geboorteregister. In augustus 1938 wordt hun tweede dochter geboren. In juni 1939 vertrekt Annie Busing-Nijs, samen de dochters Fiet en Nettie, naar Nederland met ziekteverlof. Het jonge gezin weet dan nog niet dat zij hierdoor noodgedwongen vele jaren zonder elkaar moeten doorbrengen. Gescheiden door een oorlog en vele kilometers afstand moeten zij afhankelijk van elkaar een eigen oorlog overleven. Na hun vertrek heeft Busing nog in Soerabaia en Malang als commandant van bewaking op het vliegveld gewerkt.
Gevangenschap in het Jappenkamp
Via de interneringskaarten van Mich(a)el Busing weten we dat hij is gecapituleerd in Malang. Eerst zat hij in het 10e bataljon, waarna dat overging in het 8e bataljon. Een korte treinreis bracht de mannen in groepen naar Batavia. Op 25 januari 1943 wordt Busing van Batavia naar Singapore getransporteerd met Hellship Tacoma Maru. Hij is ingedeeld bij JavaParty 10. De mannen worden tijdelijk in het doorgangskamp Changi opgevangen. Van daaruit worden ze naar het begin van de spoorbaan vervoerd, Ban Pong. Met bijna 30 man in een wagon van een goederentrein. Als sardientjes in blik. De verschillende werkkampen zijn lastig te achterhalen. Via lijsten bijgehouden in hospitalcamps weten we dat Michael Busing in het kamp Tarsoa en Tha Muang geeft gelegen. Ook is hij in kamp Kanu nog bevorderd tot adjudant onderofficier, aldus zijn persoonlijk dossier. Uiteindelijk is hij bevrijd in Nakon Pathom. Hij woog toen nog maar 43 kilo.
Na de bevrijding
In kamp Nakon Pathom hoorde de gevangenen op 17 augustus 1945 van de bevrijding. Omdat iedereen in een staat van ongeloof verkeerde, gingen eerst een aantal mannen naar de stad om dit te verifiëren. Busing bleef nog een maand in dit kamp om aan te sterken. Op 15 september ging hij naar het vliegveld Dom Muang, vlakbij Bangkok. Hier vervulde hij zijn oude rol als commandant van bewaking. In april 1947 is hij per vliegtuig naar Batavia vertrokken om vervolgens bij Vechtwagens 4 in Soerabaia ingedeeld te worden. Uiteindelijk keerde hij eind 1947 huiswaarts, waar zijn vrouw en kinderen op hem wachtten.